Op basis van de getallen die door autobandenfabrikanten op de wangen of zijkanten van banden worden vermeld, kan men bepalen wat de maten van een specifieke autoband zijn. Heeft een band bijvoorbeeld de codering 225 60 R15, dan is deze 225 millimeter breed. Dit kan men afleiden uit de eerste drie cijfers. Deze bandbreedte waarborgt optimaal wegcontact.
Het volgende getal in de bandencode bestaat altijd uit twee cijfers. Hiermee wordt een percentage uitgedrukt, waarmee autobezitters kunnen berekenen hoe de bandhoogte zich verhoudt tot de bandbreedte. In 225 60 R15 is de hoogte of straal van de band dus 60% van 225 millimeter. Hiermee kan deze na enig rekenwerk worden vastgesteld op 135 millimeter.
De derde plaats in de getallenreeks wordt ingenomen door een letter, die in 98% van de gevallen een "R" is. Met deze aanduiding doelt de fabrikant op de wijze waarop de constructie van de band is uitgevoerd. De "R" is een verkorte schrijfwijze van radiaalband. Dit is een band met koordlagen in het rubber verwerkt, die de slijtage aan het profiel beperken.
De bandencodering wordt afgesloten met een aanduiding van de velgafmeting die geschikt is voor de band. In het geval van de codering 225 60 R15, heeft een velg met een doorsnede van 15 inch of 38 centimeter de juiste afmeting. Er is voor inches gekozen, omdat dit het gebruikelijke stelsel is om velgmaten mee aan te geven.